Interview 3 met Theo Jennissen, Wat ga je doen als je terugkomt?
1 Wat zien we behalve de boot, dat grote witte vlak?
Kan ik me niet herinneren, het is al even geleden dat ik deze film bekeken heb.
2 Het is een indrukwekkende massa mensen in de film, waar heb je deze film gemaakt?
In Amsterdam aan het IJ, bij de pont die aankomt en de mensen die daar van af lopen.
3 Hoe ontstond die situatie, was je daar op uit om die mensen op de foto te zetten?
Nee, helemaal niet. Eh. Of misschien ook weer wel. Het grappige is: ik heb ooit in Roemenië een serie foto’s gemaakt van mensen in een menigte die de kerk uitkwamen en er was van alles met zon waardoor het mooi was. Ik stond zelf in de menigte en ik maakte foto’s van mensen die naar mij toe kwamen en eigenlijk merkte ik dat ik dit soort situaties heel spannend vond.
En toen die pont aankwam en ik zag die mensen staan, toen dacht ik wel: hé, ik maak er dit keer geen foto’s van maar een filmpje en dat moet ik NU doen want over tien seconden gaat dat ding naar beneden en komen die mensen er af. Dat was het. Ik voelde eigenlijk: dit is een mooi gegeven om te filmen, mensen die van de pont af komen.
4 Waarom heb je die in de film vertraagd?
Ja de vertraging maakt … eh beweging… ja, magisch in ieder geval… eh…. daardoor krijg je het idee van een massa mensen, individuën, wezens eigenlijk die …ja, langsgaan, langs komen. De vertraging zorgt ervoor dat het onwerkelijk lijkt, dus dat het eh…, dat je aan de ene kant het realisme hebt van: je ziet hen lopen en aan de andere kant de vertraging van hun beweging waardoor dat lopen iets vreemds krijgt, iets bijna surrealistisch, maar dat is ook niet het goede woord maar iets onwerkelijks. Dat is wat ik wilde. Dus dat de beweging een ….ja… ietsmagisch krijgt…., ja, eigenlijk wel.
5 Hoe kom je bij de titel, Wat ga je doen als je terugkomt?
O ja, die is gebaseerd op… Mijn vriend die was overleden en dat was rond de periode dat ik die film van de pont maakte. Op het moment zelf had ik niet het idee dat ik het voor hem zou maken maar toen ik met de beelden bezig was toen dacht ik…, ja…., dat is een mooie metafoor voor leven en dood, de rivier, de pont, de rivier de Styx die overgestoken wordt. De mensen die met de boot aankomen, de vertraging van hun bewegingen, zorgt dat het een soort overtocht lijkt naar het dodenrijk of van het dodenrijk naar het levenden rijk…. of…. in ieder geval op een gegeven moment dacht ik…. ik draag hem op aan Peter, degene die overleden is….. Maar ik vind de titel wat ga je doen als je terugkomt, zonder deze achtergrond informatie ook goed….. dus voor de mensen die de film zien en in principe niet weten dat het daarvoor bedoeld is… en dat het feitelijk ook niet de bedoeling is dat ik dat vertel. Dus de vraag is, waarom ik dat dan nu vertel. Dat blijft een beetje lastig want dat was wel een directe aanleiding, maar de vraag Wat ga je doen als je terugkomt is een vraag die op allerlei niveau’s gesteld kan worden. Het dagelijks niveau. Maar door de vertraging van de beelden krijg je al het idee dat het niet zomaar een vraag is. Maar waar die dan precies op slaat, dat laat ik in het midden. Ik vind het ook prettig dat dat in het midden blijft dus dat de film niet een 1 op 1 beeld is, gemaakt voor Peter en niet 1 op 1 te maken heeft met de dood en de overtocht. Dan vind ik het een te letterlijke metafoor.
6 Wat ik ontzettend mooi vind naarmate ik de film opnieuw bekeek: al die fietsers; zou dit toch wel een typische Hollandse film zijn?
Ja, ik denk het wel. Door de fietsers, het IJ, ik denk dat het onmiskenbaar is dat de meeste mensen die van de boot afkomen ook Amsterdammers zijn, met een aantal toeristen. Het is niet een boot met toeristen. Dat had ook nog zo kunnen zijn, maar dat was niet zo. Ik denk wel dat het een Nederlandse film is, maar misschien nog meer een Amsterdamse film. Ik vind Amsterdammers toch weer een ander soort volk dan de rest van Nederland. Maar daarin zit ook iets alledaags. Want ik vind dat Amsterdammers zich ook iets on-alledaags gedragen. Precies…. dat kan ik niet zo zeggen.
Wil je daar iets meer over zeggen?
Ik weet niet, ik denk dat ze wel iets vrijgevochtens hebben, iets eigenzinnigs, ja, die twee elementen, enigszins onverstoorbaar misschien, op een speciale manier…. eh, ….. maakt het de sfeer. Het is toch anders dan wanneer mensen in Nijmegen de boot afkomen. Daar ben ik van overtuigd.
7 Wat zien we nog meer behalve die pont die aankomt?
Ik heb twee beelden over elkaar gelegd. Dus je ziet de vertraging en je ziet binnen de vertraging dat er twee bewegingen door elkaar heen plaatsvinden, waardoor de mensen ook nog eens over elkaar heen, ja, door elkaar heen lopen……., letterlijk……, dat het beeld, ja, dat ze een klein beetje doorzichtig worden en op die manier ook letterlijk door elkaar heen gaan lopen. Waardoor ze inderdaad wat – hoe heet het – minder menselijk worden. En dat versterkt zeker ook de sfeer van het magische.
8 Behalve die bewegingen heb je ook nog andere beelden, foto’s van het museum o.a. dat witte vlak, dat zwarte vlak in die beelden.
O ja, in het Eye museum heb ik foto’s gemaakt – over het algemeen onscherpe foto’s van situaties of mensen daar - die ik over de film, over de foto’s van de film heen heb gelegd en waarom precies, ja, het speelt zich af in hetzelfde tijdsbestek, die dag, dat tijdsbestek, en dan vind ik eigenlijk dat je ook die beelden bij elkaar moet gebruiken, ja, als dat kan. In principe zou ik ook andere beelden hebben kunnen gebruiken die ik ooit in het Stedelijk heb gemaakt, maar het voelt alsof je dat niet moet doen, alsof er een eenheid is, van die beelden die heb je die dag gemaakt en dat hoort bij elkaar en als je daar andere beelden bij doet, dan klopt het niet meer, ik kan niet precies zeggen waarom maar er is een soort eenheid die op dat moment klopt met mijn focus van die dag, die klopt met alle beelden die ik die dag gemaakt heb en niet de focus van een jaar geleden ergens anders.
Okay, dus alle beelden van de film heb je allemaal op die dag gemaakt in Amsterdam.
Ja.
9 Waarom heb je in de film niet alleen de deinende mensenmassa gezet.
Eh…., ja….., is een goede vraag. Dat weet ik eigenlijk niet. Ik denk dat ik het anders te saai zou vinden, een aaneenschakeling, maar dat is op zich geen argument, maar ik denk wel dat dat de reden is. Ik wilde uitproberen wat er zou gebeuren als ik die beelden erbij zou betrekken. En toen ik dat ging uitproberen merkte ik, dat ik het mooi vond en daarom heb ik ze erbij gedaan. Maar ik heb er geen duidelijke inhoudelijke reden voor, als alleen dat ik die beelden op die dag gemaakt heb … vlakbij; de pont die vlakbij het Eye ligt.
10 Hoe vaker ik zelf de film kijk, hoe meer ik zie. Bijvoorbeeld de letters Amsterdam, op de pont. Hoe kun jij zorgen dat de mensen vaker naar jou films kijken?
Ik heb geen idee. Nee. Die vraag stel ik me eigenlijk niet zo vaak, of nauwelijks. Dus als jij hem stelt weet ik eigenlijk niet wat ik daarop moet zeggen. Ik laat hem zien op Vimeo en daar zit iets waardoor ik de hele tijd denk: ik hoop maar dat er niet al teveel mensen kijken, omdat ik nooit echt .. ja, daar zijn tijden dat ik wel overtuigd ben van mijn films, maar dat is lang niet altijd zo. Soms twijfel ik achteraf en dan ben ik misschien wel blij dat er geen duizend mensen dat gezien hebben. Dat denk ik ook regelmatig. Dus er zit iets waardoor ik er waarschijnlijk voor zorg dat niet al teveel mensen mijn films te zien krijgen. En wat dat is, dat weet ik nog niet. Kan best een patroon zijn van het mijzelf willen verstoppen voor de wereld…., zou kunnen….., eh, ….maar ik ben er over het algemeen niet zo heel erg mee bezig om ze te laten zien aan anderen.
11 Ik zag nu bijvoorbeeld dat er een vrouw in het geel was, zij kwam ook van de pont af, en die keek – ik dacht ze kijkt naar de camera – maar later zag ik dat ze erlangs keek, naar iets anders. Ze wijst. En dan draait ze terug, van de camera af om zo te zeggen, ja, dat had ik de eerste keer niet gezien en dat zijn prachtige beelden als je dus vaker kijkt. Alleen al dat detail van die vrouw in het geel die wijst en zich langzaam terugdraait . Ik zag ook bijvoorbeeld hoeveel mensen een bagagedrager hebben voorop en dat soort dingen. Ik zag ook dat de fietsers helemaal tot het einde van de film doorgaan. Ik vond het prachtig.
Jaja, dus ze moeten eigenlijk niet alleen de film uberhaupt zien, maar hem ook vaker zien.
Ja, ze moeten hem vaker zien.Ja, je hebt de film niet zo voor je, maar ik zag ook tamelijk aan het begin een moeder en een kind, met de rug naar de camera toe. Ik zag zo’n blauw licht op hen, ook prachtig.
Ik zie wel bij die pont dat dan de mogelijkheid tot het magische zich kan ontspinnen, want ik zie wel dat licht en ik zie wel die mensen en dan zie ik ook: ho, dit kan heel mooi worden als je dat nu filmt, dus het is niet zo dat ik zomaar een filmpje maak en dan thuis zie wat het geworden is…., ja…., dat is ook zo, maar op het moment zelf zie ik wel de mogelijkheid die de situatie in zich heeft. Dat is de mogelijkheid die ik magie noem. Iemand anders zal dit helemaal niet zo vinden of stom vinden, maar voor mij is dat dan de mogelijkheid tot magie waardoor de dingen ja als het ware meerdere… ja, soms zie je iets en dan kan het bijna alleen maar als datgene gezien worden. En soms zie je iets in een bepaald licht waardoor je voelt dat dit op allerlei manieren gezien kan worden.
Ja, duidelijk.
12 Wie komt terug en van waar?
Ja…., dat is. Is dat een vraag? Wie komt terug en van waar….. Ja, ik weet niet. Er komen mensen in principe…., ja…, ik maak een film van de mensen die de pont afkomen. Als je van de pont afkomt kom je ofwel terug of je moet straks nog terug. Dus je hebt allebei de mogelijkheden. Maar je hebt een oversteek gemaakt van waaruit je of weer terug moet of terugkomt. Em dat vind ik leuk dat dat in het midden blijft. Dus het is gericht op het hier en nu, of op de toekomst, als je straks terugkomt.
13 Dat zwarte gat in de beelden?I
Ik denk dat dat de schaduw van mijn hoofd is, ik denk dat het een foto is van mijn schaduw die langzaam erin komt en langzaam eruit komt.
14 De film eindigt met de brug en het water daaronder. Wat heeft dat voor verband met de pont en het IJ? Heeft het verband?
Nee, het heeft puur verband met het beeld, niet met het IJ of de pont. Het is meer dat… eh…. ja, de beelden passen bij elkaar. En de sfeer van de beelden klopt. En de manier waarop je de pont niet meer wilt gaan zien als pont maar als iets anders, als een andere werkelijkheid of als een oversteek vanuit een andere werkelijkheid of naar een andere werkelijkheid dan zijn die andere beeldelementen, die zorgen ervoor dat je een beetje die richting op gaat denken.
Want die beelden heb je ook die dag gemaakt?
Ja.
Okay, wat mij betreft gaan we hem samen bekijken en dan zet ik de memorecorder weer aan.
Zeg maar wat in je op komt.
Ja, het begint met de letters die over elkaar heenvallen op dezelfde manier als dat de mensen over elkaar heen vallen. De beelden van de passagiers. Het begint met …. langzaam wordt die zin opgebouwd door steeds letters die over elkaar heenvallen.
Ja, dat is de foto, dat valt er overheen. O, dit is het vlak van een foto en dit is een ander wit vlak wat je nu krijgt. Dat zijn onscherpe beelden die in het Eye museum gemaakt zijn met de camera met een lange sluitertijd en waarbij ik de camera beweeg. Dat zijn beelden die min of meer onvoorspelbaar worden wat er op komt. Ik heb wel een idee van wat er gebeurt, maar ik heb geen honderd procent controle over wat er op het beeld komt, door alle bewegingen die plaatsvinden.
Dit was dat prachtige licht.
Ja, je ziet … ja… dit is allemaal niet van tevoren bedacht…., dat kan ook niet want ik weet in de eerste plaats niet hoe de foto eruit komt te zien als ik hem maak en in de tweede plaats weet ik niet hoe ik die onscherpe foto dan neer ga zetten over een film heen…., dat was allemaal nog niet duidelijk maar op een gegeven moment bij het maken van de film gebruikte ik de bewegende beelden van de film zelf en de foto’s die ik gemaakt heb in het museum. Dat is ook een intuïtief proces. Eigenlijk op dezelfde manier intuïtief als dat het maken van de film en van de foto’s zelf, is ook de wijze van het bij elkaar brengen van dit alles in een film voor een groot deel intuïtief. Dat is de basis. En vervolgens ga ik kijken: klopt dit. Ja, dan ga ik toch bijschaven. Intuïtie kan ook de plank helemaal misslaan. Maar ik maakt gebruik van mijn intuïtie bij het samenstellen.
Ik ga verder.
Ja, dit is dan zo’n bijna driedimensionale streepjes code… En dat maakt dus dat de mensen als ze de pont aflopen, dus sowieso ook nog eens in een waas van de foto komen. De foto dient als een soort waas over de beelden. Die leg ik er eigenlijk zo op die manier overheen. Maar het is niet zomaar een waas. Want de foto’s zijn toch vlakken, en kleur en licht. Het moet wel bij die beelden passen. Soms pas het gewoon niet. Maar hier past het. …. het is een waas dat over de film komt. Wat af en toe wegvalt en opdoemt. Waardoor de mensen ook weer wegvallen en opdoemen.
De wijze waarop…. de mensen in deze vertraging voorbij lopen, het is misschien een clichégedachte, of beeld maar dat roept bij mij op het voorbij gaan van het leven zelf en dat zie ik vooral in die vertraging terug. Ik moet hierbij eigenlijk denken aan het Zevende Zegel van Bergman waarin op het eind worden bijna alle spelers door de dood in de film meegenomen en die vormen een soort stoet met de dood voorop, die hen dan meeneemt en die stoet van mensen die je ziet door de ogen van iemand anders, dat is eigenlijk…. dat zijn deze … ja, iedereen wandelt als het ware…. ofwel de dood tegemoet of daarheen…. die vertraging heeft ook iets wat een beetje zombieachtig is. Dus het is onoverkomelijk, onvermijdelijk maar ook een zombie…, ja, dat is niet het juiste woord. Ik probeer wel dat toch mensen op een bepaalde manier hun eigenheid daarin blijven hebben, maar tegelijkertijd….
De beweging gaat door van de mensen maar daar komt een stukje zwart en dat is de schaduw van mij en daar is de brug en ja, die schaduw van mij kun je zien als de schaduw van de dood, het onvermijdelijke, datgene wat het aanziet en dan komt mijn naam daar overheen vallen.
Heeft dat ook betekenis, dat die letters gebroken zijn.
Ja, ik wilde niet dat die letters duidelijk waren. Feitelijk is het gewoon dat de witte letters door de zwarte een beetje worden aangevreten. Eigenlijk staat daar dezelfde naam maar dan groter, in het zwart, er overheen, maar omdat die groter is valt die over stukken van de letter waardoor je wel kunt lezen wat er staat, maar je ziet dat er een aantasting is en die aantasting is weer het beeld van het voorbij gaan van de dingen.
Heb je nog iets wat je opgevallen is?
Nee, het viel me op dat ik hem nog steeds okay vind, dat is 1 en eh…. nee…, eigenlijk schiet me niks te binnen.
Zie jij ook steeds nieuwe dingen als je hem opnieuw ziet?
Ik denk dat ik het meeste al wel gezien heb. Tijdens het filmen zelf vielen mij al dingen op waarvan ik hoopte dat die in beeld kwamen. De verwondering over de toevalligheden heb ik al gehad bij het editen van de film. Met name de elementen van de vertraging en het over elkaar heenvallen van de filmbeelden en de twee beelden over elkaar, dat die mooi werkten, dat viel me nu weer op.
Hier is de film: Wat ga je doen als je terugkomt, Theo Jennissen