leeservaringen

The One-Straw Revolution, Masanobu Fukuoka
(An Introduction to Natural Farming)]

 

1975 en 1978

Het boek dateert uit 1978, Rodale Press, Inc.
Het is een vertaling van het Japanse origineel: Shizen Noko Wara Ipon No Kakumei, door Hakujusha Co., Tokyo, Japan. tien
Ik kreeg het boek van een vriend, die het weg wilde doen. Misschien nog iets voor mij, granenfan. Ja, het was wel iets voor mij. Ik heb het boek ademloos herlezen.
Dertig jaar geleden had ik het boek al gezien, bij geliefde Jan Meurs. Als kersverse eko akkerbouwer was hij eind jaren zeventig naar Japan gegaan, onder andere om Fukuoka op te zoeken.
In die tijd was dit boek een 'must', net zoals 'Zen en de kunst van het motoronderhoud' bijvoorbeeld. Intrigerend genoeg las ik het nu van a tot z terwijl ik het destijds alleen maar doorbladerde. Heeft vast iets te maken met mijn leeftijd, met de neiging om terug te kijken, overzicht te nemen. Wat mij trof was een soort grote lijn, die Fukuoka schetste: het onnadenkend volgen van de industrialisatie van de landbouw waarbij Amerika het voortouw nam. Vooral dat 'onnadenkend' trof mij. Maar goed. Het boek.

 

1913 - 2008

Ja, eerst nog even twee jaartallen. In 1913 is de schrijver geboren als gegoede boerenzoon - in de inleiding staat dat het land al 1400 jaar in het bezit is van de familie - op het eiland Shikoku in Zuid-Japan. Hij studeerde plantenziekten, werkte verschillende jaren als inspecteur en werd ineens, toen hij 25 werd, getroffen door een besef dat hem de volgende dag zijn baan deed opzeggen. Hij keerde terug naar zijn ouderlijke plek; ontwikkelde een manier van natuurlijke landbouw, waarbij hij niet ploegde, geen kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen gebruikte. In 1975 beschreef hij in The One-Straw Revolution zijn technieken, zijn filosofie, zijn gedachten, het leven met zijn studenten die her en der in de bergen in hutjes woonden, al dan niet tijdelijk. Het is een heel divers boek; absoluut niet saai. Fukuoka schrijft het boek vanuit zichzelf, heel gewoon. 
In 2008 sterft Fukuoka, 95 jaar jong dus en tot enkele jaren daarvoor nog prettig aan het werk als boer en als leraar. Prachtig wat hij op bladzijde 161 zegt over leven en dood: 'Mensen zien leven en dood gewoonlijk in een te klein perspectief. Wat voor betekenis heeft de geboorte van de lente en de dood van de herst voor gras? Mensen denken dat leven vreugde is en dood verdriet, maar de rijstkorrel, die in de aarde ligt en die in het voorjaar boven de grond ontkiemt, en bij wie de bladeren en stengels in het najaar verdorren, behoudt in zijn kleine kern de volle vreugde van leven. De vreugde van leven verdwijnt niet in de dood. Dood is niet meer dan een overgang. Zou je niet zeggen, dat deze rijst, omdat het de volle vreugde van leven kent, niet het verdriet van dood kent?' 

 

Larry Korn 

ik kan er ook niks aan doen dat hij zo heet; maar Larry heeft het mogelijk gemaakt dat het boek van Fukuoka in het Engels verscheen. Hij heeft enkele jaren bij Fukuoka gewoond en gewerkt, werd pionier in permacultuur in Amerika. Hij heeft allerlei video's, artikelen, bijeengebracht op de website onestrawrevolution.net

 

Amerika exporteert

na de tweede wereldoorlog de chemische en mechanische landbouw naar Japan. Hiermee kregen ze dezelfde opbrengst als voorheen,maar met minder tijd en werk. Binnen één generatie is bijna iedereen om, zo zegt Larry Korn in de inleiding. Eeuwenlang hadden de Japanse boeren hun grond voorzien van organische meststof door wisselteelt, door compost en mest op het land te brengen en door klaver te zaaien. Sinds deze werkwijze verlaten werd en kunstmest gebruikt werd, ging de struktuur van het land achteruit, werden de gewassen zwakker en afhankelijk van chemische stoffen. Inderdaad, minder menselijke en dierlijke arbeid, maar ook achteruitgang van de vruchtbaarheid van de grond. Volgens Fukuoka een degeneratie van zowel het land als van de Japanse maatschappij. Korn stelt dat de schrijver niet de ene of andere religie aanhangt, maar ongetwijfeld beïnvloed is door het zenboeddhisme en door het taoïsme. Natuurlijke landbouw ontspruit aan de spirituele gesteldheid van de akkerbouwer. 

Look at this grain

zegt Fukuoka in het eerste hoofdstuk. Een revolutie kan ontspruiten aan een strootje. Het lijkt op het eerste gezicht licht en onbelangrijk. Maar het kan een revolutie starten als je dit strootje en alle stro  terugbrengt op de akkers. Al experimenterend is hij tot deze werkwijze gekomen voor zijn akkers; begin oktober klaver tussen de rijst zaaien, midden oktober volgen de wintergranen (rogge en gerst). Begin november wordt de rijst geoogst, het rijstzaad voor volgend jaar wordt gezaaid en het rijststro wordt over de akker uitgespreid. Als de wintergranen geoogst worden - in mei - gaat het stro ook weer terug over de akkers. Het land wordt niet geploegd - is niet meer geploegd sinds 1950. De opbrengsten zijn dezelfde als die van de 'gangbare' akkerbouwers. 

 

In this world there is nothing at all

beseft Fukuoka en op dat moment, op de ochtend van de vijftiende mei. De volgende dag zegt hij zijn baan op en vertrekt naar het land van zijn ouders. Al zijn droefenissen, alles wat hem 'bezeten' had, verdween van hem alsof het dromen waren geweest. In de plaats daarvan voelde hij zoiets als 'true nature'. Hij doet er dertig, veertig jaar over om te testen of hij nog steeds goed zit; twijfelt uiteindelijk geen moment. Evengoed ervaart hij zichzelf als 'eenvoudig mens', 'kraai'. De jonge mensen die op zijn land wonen, moeten niet tegen hem opkijken. Ze moeten simpelweg werken op het land, dat is alles. 

 

Do-nothing farming,

zo zou hij zijn ontwikkeling kunnen omschrijven. Als hij een oplossing moest bedenken, wat te doen, werd zijn eerste reactie: 'Niets'. De buitenstaander zou kunnen denken, dat zijn manier van natuurlijke landbouw een reactie was op de wetenschappelijke ontwikkeling van de landbouw, maar zo is het niet. Alles dat Fukuoka doet is: proberen te laten zien dat de mens niets weet. Voorbeeld: ploegen. Japan kende duizend jaar geen ploeg. De laatste eeuwen kende Japan de praktijk van de 'ondiepe teelt'. Diep ploegen kwam naar Japan met de westerse manier van landbouw. Niet ploegen lijkt op het eerste gezicht dus een regressie naar de primitieve landbouw, maar de praktijk wijst uit dat dit de meest eenvoudige, efficiente 'moderne' methode kan zijn. Alles wat je doet 'als reactie op' kan je uit de bocht doen vliegen. Je moet terugkeren naar 'the non-moving point of origine'. 

 

De wereld is zo gespecialiseerd

geworden, dat niemand het geheel meer 'te pakken krijgt.' Insecten kunnen bestreden worden door hun natuurlijke vijanden; dan zijn chemicaliën niet nodig. Maar de specialisten en technici die het bedrijf van Fukuoka bezoeken, 'zien' dat wel, maar gaan aan de universiteit toch weer verder met hun specialisme'. Nee. De natuur is niet te kennen. Ook niet - juist niet - door de wetenschappers die ervan overtuigd zijn haar te kunnen beheersen. Het doorgronden van de natuur gaat onze menselijke intelligentie te boven. 'Natuur' blijft een idee in de menselijke geest over 'natuur'. 'An object seen in isolation from the whole is not the real thing.' 

 

Vier principes van natuurlijke landbouw

zijn: 1 niet ploegen, 2 geen kunstmest of kant-en-klare compost, 3 geen onkruidbestrijding, noch door wieden, noch door bestrijdingsmiddelen, 4 geen afhankelijkheid van chemicaliën. 
1. Niet ploegen. Als je ploegt, komen er allerlei onkruiden juist tot ontwikkeling. Wie zonder ploegen het land bewerkt, houdt de onkruiddruk onder contrôle. 
2. Geen kunstmest of kompost van buitenaf. Als je de natuur aan zichzelf overlaat, neemt de vruchtbaarheid toe. Plantrestanten en dierrestanten worden verteerd door bacteriën en schimmels (zie het filmpje dat Theo Jennissen maakte op het biologisch-dynamische bedrijf van Louis Dolmans: Wie Man dem toten Hasen.... Een haas is gedood door een roofvogel; zijn/haar restanten liggen in de berm en onmiddellijk gaan insekten en eencelligen aan het werk). Bemesting bij Fukuoka is: stro terugbrengen op het land, klaver zaaien en mensen/dierenmest als nodig, bijvoorbeeld door wat ganzen te laten scharrelen op het land. 
3. Geen onkruidbestrijding. Wie eenmaal stopt met ploegen: de onkruiden verminderen en de diversiteit van de onkruiden vermeerdert. Verder zorg je, dat je onafgebroken iets op het land hebt staan; de 'teelt'planten houden de onkruiden eveneens 'er onder;' ze benemen de 'ongewenste kruiden' (zoals Louis Dolmans ze noemt) simpelweg het licht.
4. Geen chemicaliën. Dit is de slechtste manier om te dealen met 'ziektes'. Het zal alleen maar leiden tot grotere problemen in de toekomst.

 

Akkerbouwen met strogranentien

maar dan wel met ongesneden stro. Laat het stro op een natuurlijke manier vallen. Rijststro is prachtige organische stof voor wintergraan en wintergraanstro is dit voor rijst. Niet rijst-rijst en wintergraan-wintergraan dus, dan krijg je eerder ziektes in het graan. Als je alles, wat uit de grond omhoog komt, er ook weer op terug brengt (behalve het zaad zelf), dan blijft de grond gezond. Als alle Japanse telers al hun stro weer op het veld zouden brengen, dan zou dit een enorme hoeveelheid compost voor de aarde zijn

 

Zaaien terwijl het vorige gewas nog op het veld staat

bijvoorbeeld 2 weken voor de oogst, zorgt ervoor dat de zaadjes rustig kunnen ontkiemen en niet door de vogels opgemerkt worden (die dol zijn op die eerste spruiten boven de aarde). Rijstplanten staan bij Fukuoka niet in het water, maar gewoon in de aarde. Dit geeft weliswaar kleinere rijstplanten, maar de verhouding tussen plantmassa en zaden is veel gunstiger. ('one square inch of leaf is enough to produce six grains of rice.) Oude rijstrassen geven nog een betere verhouding tussen zonne-energie en zaadopbrengst (zie bladzijde 56; leuk om te lezen voor ons, oude graanras adepten). 

 

De groentebedden en de fruitboomgaarden

laat ik even voor wat ze zijn, maar ook daar zegt het boek het nodige op de bladzijden 58-70. 

 

De wetenschap

heeft grenzen. Fukuoma zegt het prachtig: voordat onderzoekers onderzoekers worden zouden ze filosoof moeten worden. Ze zouden moeten nagaan wat het menselijke doel is, wat de mensheid zou moeten creëren. De moderne agrarische wetenschap heeft geen visie. Iedere onderzoeker ziet een klein stukje van de oneindige hoeveelheid factoren die de akkerbouw beïnvloeden. Daarbij: die factoren variëren van plaats tot plaats en van jaar tot jaar. Als je de natuurlijk vruchtbaarheid verstoort, tja, dan is er geen houden meer aan. Dan moet de wetenschap er aan te pas komen voor een deeloplossing. Maar de echte oplossing is: hoe blijft de akker op een natuurlijke manier vruchtbaar? 

 

De consument

die is er ook nog. Die wil grote vlekkeloze glanzende vruchten. En wel het hele jaar door. Die kunnen ze krijgen. Een kleurspoeling zodat het fruit eerder rijp is. Zoetmakers zodat het fruit lekkerder smaakt. Tussen bijna/oogst en winkel zijn er zo al 5 of 6 chemicaliën gebruikt. Daar komen alle bespuitingen bij, tijdens de groei. Wie begint met een waslaagje op de mandarijnen, dwingt de volgende producenten tot hetzelfde enzovoort. Dit heet dan 'modernisering'. 
Biologisch fruit kan er onooglijker uitzien, in feite is de ademhaling van de vrucht in rusttoestand, maar de vrucht LEEFT. Je eet dus iets anders, dan wanneer je een menigmaal bespoten glanzend geval eet.

 

Op bladzijde 92

legt Fukuoka uit waarom commerciële landbouw een vergissing is. Wie een rijstkorrel zaait, verkrijgt meer dan duizend zaden. Een rijtje knollen en je hebt genoeg pickles voor de hele winter. Als je deze gedachtengang volgt, heb je genoeg te eten, meer dan genoeg zelfs, zonder moeite. Maar als je eenmaal besluit dat je geld wilt verdienen met landbouwgewassen, dan klim je aan boord van een wagon die er met jou vandoor gaat. Je moet hoe langer hoe gekkere dingen doen om nog genoeg inkomen te behalen en jij bent de gek terwijl de tussenhandel en de politiek profiteren van jouw harde geploeter.
Maar het gaat verder. Wie eten eet, dat steeds verder van zijn/haar oorspronkelijke staat is en al veel vervuiling op zijn geweten heeft, die verstoort ook de chemie in het eigen lichaam. Zoals Fukuoma zegt: de mensen, die bij hem op het land komen werken en in de hutten wonen keren vanzelf ook terug tot de basis: zilvervliesrijst, volkoren gerst en gierst en boekweit samen met kruiden en groenten van het seizoen. Dit is het beste voedsel. Het heeft smaak en het is goed voor het lichaam. 

 

Nog vele wijsheden

in dit boek. Liever meer dan minder, liever snel dan langzaam; snel en meer scheiden de mens van de natuur. Wat de 'true meaning of life' is? We kunnen het antwoord nooit weten en het is heel goed dat we het niet weten. 'We have been born and are living on the earth to face directly the reality of living. Living is no more than the result of being born.' 
Een oud lied zei: 'Of de herfst nu wind en regen zal brengen weet ik niet, maar vandaag zal ik op het veld werken.'
'Als wetenschappelijke kennis de basis wordt van het leven, dan gaan de mensen leven alsof ze afhankelijk zijn van zetmeel, vetten, eiwitten, zoals planten afhankelijk zouden zijn van stikstof, forfor en potas. Terwijl de wetenschappers die de natuur onderzoeken uiteindelijk beseffen hoe perfect en mysterieus de natuur is.'
'Een gemeenschap, die er niet in slaagt om haar eigen voedsel te produceren, zal niet duurzaam zijn.'
'Pure natuurlijke landbouw gaat nergens heen en zoekt geen overwinning.' Als Lao tse boer zou zijn, zou hij zeker het 'doing-nothing' beoefenen.
'We moeten terug naar de niet-onderscheidende manier van zijn, van denken.' Lees bladzijde 124. 
Geen paleo sympathieën, deze Fukuoka. Het gebruik van zout, van vuur zijn al bijna een mensenlevenlang behorend bij de mens. Gewassen die al duizenden jaren bij de mens behoren en met hem/haar veranderd zijn, zijn natuurlijk. Wat niet natuurlijk is, zijn de variëteiten die kunstmatig - los van 'natuurlijk' -  zijn veranderd, evenals de dieren die kunstmatig 'bijeengevist' worden of 'in een stal gezet' worden. Landbouwen, vissen, het houden van dieren, het dagelijkse voedsel, de kleding, de woning, het spirituele leven, moeten een eenheid vormen met de natuur.' 

 

Lees maar zelf net als ik,

dit boek. Het is overal te vinden in tweedehands zaken. Voor mij was het lezen van dit boek een overdenking van mijn eigen leven. Geboren op een gemengd bedrijfje in de Achterhoek, met ongeveer 12 koeien, enkele hokken met varkens en biggen, enkele hokken met kippen, akkers voor rogge,voor aardappels, voor bieten en knollen, met weilanden voor de koeien en om van te hooien, met de jaarlijkse graanoogst en later de dag van dorsen, met een kruideniersrekening van niet meer dan 25 gulden wekelijks voor vader, moeder, opa, oma, vijf kinderen. Opgegroeid en ziende dat melken eenkoorn25mechaniseerde, dat handmatig oogsten vervangen werd door snelbinders en dan door combines, ziende dat uiteindelijk ook ons geslacht als boeren eindigde met mijn broer, ziende dat van de circa twintig boerenburen er nu nog eentje over is. Tja. Hoe moet dat als niemand meer weet hoe wij het eten moeten produceren? Zelf heb ik gekozen voor biologisch eten. Ik kan het betalen. Zolang zal ik onbespoten eten kopen. Ik zal mijn zendingsarbeid voor het maken van  'simpel brood' (terug naar simpel brood) rustig voortzetten en uiteindelijk moet iedereen zelf weten hoe hij/zij leeft. Fukuoka is een grootheid, die simpel terugkeerde naar 'natuurlijke landbouw'. Mooi. Zelf ken ik Doornik Natuurakkers, hier in de buurt waar ik woon. Een oase in de gestripte boerennatuur. Samen met de boer wandel ik daar elke zomer op woensdag langs de graanakkers en wie mee wil,mag mee. Hier twee weergaves van een dergelijke wandeling, gemaakt door Theo Jennissen. Amen.